Plautus
Titus Maccius (circa 250-184 v.Chr.) Latijnse toneeldichter die de Griekse komedie aanpaste aan het Romeinse toneel, en vooral na de middeleeuwen grote invloed had. P.C. Hooft verdietste zijn Aulularia in Warenar en Molière baseerde er L'avare op; Shakespeare verwerkte De tweelingbroers in The Comedy of Errors.
Welke politieke stroming is gericht op het behoud van de bestaande orde?
retoriek
Oorspronkelijk bij de oude Grieken de leer der welsprekendheid. De tegenwoordige betekenis is minder gunstig: bombastisch en gezwollen taalgebruik. Een retorische vraag is een schijnvraag, omdat de vragensteller niet werkelijk een antwoord verwacht (bijvoorbeeld: \'wou je soms zeggen dat het allemaal wel meevalt?\').