Nikolaj Gogol

(1809-1852) Russische schrijver; maakte naam met het komische toneelstuk De revisor (1836), over een arme sloeber die zich voordoet als hoge ambtenaar. Gogols liefde voor alledaags absurdisme, komische uitweidingen en taalspelletjes komt niet alleen naar voren in zijn Petersburgse vertellingen (met onder meer 'Dagboek van een gek' en 'De neus'), maar vooral in Dode Zielen (1842), een humoristische schelmenroman over een slimme zwendelaar in de Russische provincie, waarvan Gogol het tweede deel in een vlaag van verstandsverbijstering in het vuur gooide. Onder de vele auteurs die Gogol beïnvloedde zijn Toergenjev en Dostojevski.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke politieke stroming is gericht op het behoud van de bestaande orde?


JUIST!NIET JUIST!

conservatisme

retoriek

Oorspronkelijk bij de oude Grieken de leer der welsprekendheid. De tegenwoordige betekenis is minder gunstig: bombastisch en gezwollen taalgebruik. Een retorische vraag is een schijnvraag, omdat de vragensteller niet werkelijk een antwoord verwacht (bijvoorbeeld: \'wou je soms zeggen dat het allemaal wel meevalt?\').