Miguel de Cervantes Saavedra
(1547-1616) Spaanse roman- en toneelschrijver die na een avontuurlijk leven het eerste deel publiceerde van De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha (1605, deel ii 1615), onder veel meer een filosofische roman over de verhouding tussen fictie en werkelijkheid. In de roman verliest een oudere don door het lezen van ridderromans zijn verstand, waarna hij als dolend anachronisme op zijn tot strijdros uitgeroepen karrenpaard Rocinante - en samen met de wijze dwaas Sancho Panza - Oost-Spanje doortrekt. Don Quichot, de 'ridder van de droevige figuur' die windmolens aanziet voor reuzen en een lelijke boerendochter voor de door hem aanbeden Dulcinea, was de favoriete romanheld van onder meer Flaubert, Gogol, Márquez, Melville en Sterne.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.