Stalin
Josef Stalin (1879-1953) Russische leider, sinds de Russische Revolutie volkscommissaris (minister). Na Lenins dood in 1924 greep hij de macht in de Sovjet-Unie door zijn tegenstanders (onder wie Trotski) uit te schakelen, een methode die hij in de zuiveringen van de jaren dertig in het groot herhaalde met miljoenen slachtoffers als gevolg.
Met geweld voerde hij een collectivisatie van de landbouw door. In de Tweede Wereldoorlog wist hij op de Conferentie van Jalta de Russische invloed in Oost-Europa via onderhandelingen veilig te stellen. Zijn politiek op dat punt was oorzaak van de Koude Oorlog .
Welke periode in de prehistorie duurde tot de komst van de Romeinen in het huidige Nederland?
emotionele intelligentie
Vorm van sociaal inzicht, de mate waarin iemand de kunst verstaat met anderen om te gaan, ook als die op allerlei aspecten anders zijn dan hij- of zijzelf. Ook de mate waarin men zich in allerlei situaties kan aanpassen en op een soepele manier kan bewegen.