kiesrecht

Kiesrecht werd In 1848 in Nederland ingevoerd, maar aanvankelijk alleen voor mannen die meer dan een bepaald bedrag aan belastingen betaalden (censuskiesrecht). In 1853 was zo nog slechts elf procent van de mannen kiesgerechtigd. Bij de grondwetswijziging van 1887 werd de toekenning van het kiesrecht al verruimd.
In de Kieswet van1896 werd bepaald dat alle mannen stemrecht hadden die een bepaald loon verdienden, een bepaalde huur betaalden, een examen gehaald hadden of in het bezit waren van een spoorboekje (!). In 1910 was daarmee het percentage kiesgerechtigden al gestegen tot 63 procent. Pas in 1917 werd voor mannen en in 1919 ook voor vrouwen het algemeen kiesrecht ingevoerd.
Zie ook
Aletta Jacobs.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.