waardgelders
Waardgelders waren huursoldaten, die soms door de stadsoverheid in dienst werden genomen om de orde te handhaven als de eigen schutterij voor dat doel onbetrouwbaar werd geacht. Prins Maurits zag in de werving van niet onder zijn bevel staande soldaten in het Remonstrantsgezinde Utrecht en in de Van Oldenbarnevelt steunende Hollandse steden in 1618 aanleiding tot ingrijpen.
Welke politieke stroming is gericht op het behoud van de bestaande orde?
retoriek
Oorspronkelijk bij de oude Grieken de leer der welsprekendheid. De tegenwoordige betekenis is minder gunstig: bombastisch en gezwollen taalgebruik. Een retorische vraag is een schijnvraag, omdat de vragensteller niet werkelijk een antwoord verwacht (bijvoorbeeld: \'wou je soms zeggen dat het allemaal wel meevalt?\').