Jan Pietersz. Coen

Jan Pietersz. Coen (1587-1629) Trad in 1607 in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, werd in 1618 gouverneur-generaal, veroverde in 1619 Jakarta en stichtte op die plaats Batavia. Met harde hand verdedigde hij de belangen van de compagnie. Berucht werd zijn wrede optreden tegen de bevolking van de Banda-eilanden (Molukken) waar hij ruim 10.000 mensen om het leven bracht in een poging het monopolie op de nootmuskaat te behouden. Meningsverschillen met het centrale bestuur van de VOC, 'de Heren XVII', dreven hem terug naar de Republiek. In 1627 vertrok hij opnieuw naar Batavia, waar hij onverwacht stierf.

(1587-1629) Trad in 1607 in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, werd in 1618 gouverneur-generaal, veroverde in 1619 Jakarta en stichtte op die plaats Batavia. Met harde hand verdedigde hij de belangen van de compagnie. Berucht werd zijn wrede optreden tegen de bevolking van de Banda-eilanden (Molukken) waar hij ruim 10.000 mensen om het leven bracht in een poging het monopolie op de nootmuskaat te behouden. Meningsverschillen met het centrale bestuur van de VOC, 'de Heren XVII' dreven hem terug naar de Republiek. In 1627 vertrok hij opnieuw naar Batavia, waar hij onverwacht stierf. Zijn bekendste uitspraak is 'Dispereert niet' (Wanhoop niet), ontziet uw vijanden niet, want God is met ons". Daarmee is volgens tegenstanders zijn bloedige optreden niet goed te praten. Zij wensen dat het standbeeld van Coen uit de binnenstad van Hoorn verdwijnt, terwijl voorstanders Coen nog altijd zien als een weldoener van de stad.