begijnen
Begijnen waren vrome vrouwen die in semi-religieuze gemeenschappen in kuisheid en armoede samenleefden, zonder een kloostergelofte te hebben afgelegd. De begijnen werden voor het eerst gezien in de dertiende-eeuwse steden. Zij voorzagen in hun onderhoud door licht handwerk, zoals weven en spinnen. Hun opkomst is verklaarbaar tegen de achtergrond van de dertiende-eeuwse religiositeit, maar houdt ook verband met een door oorlogen ontstaan vrouwenoverschot, waar in de kloosterorden niet voldoende ruimte voor was.
Welke schrijver uit de Griekse oudheid schreef fabels zoals De haas en de schildpad?
sociale cohesie
Mate waarin burgers in de maatschappij verbondenheid ervaren en zich medeverantwoordelijk voelen voor het algemeen welzijn. Staat tegenover \'ieder voor zich\'.