begijnen
Vrome vrouwen die in semi-religieuze gemeenschappen in kuisheid en armoede samenleefden, zonder een kloostergelofte te hebben afgelegd. De begijnen werden voor het eerst gezien in de dertiende-eeuwse steden. Zij voorzagen in hun onderhoud door licht handwerk, zoals weven en spinnen. Hun opkomst is verklaarbaar tegen de achtergrond van de dertiende-eeuwse religiositeit, maar houdt ook verband met een door oorlogen ontstaan vrouwenoverschot, waar in de kloosterorden niet voldoende ruimte voor was.
Wie werd in het bijbelboek Genisis verkocht door zijn broers en kwam in Egypte terecht?
temperamenten
Oorspronkelijk de naam voor vier persoonlijkheidstypen die al in de Oudheid onderscheiden werden: het sanguïnische, flegmatische, cholerische en melancholische temperament. Tegenwoordig de naam voor persoonlijkheidsverschillen die in de kinderjaren blijken en tot op zekere hoogte erfelijk zijn. Het gaat daarbij om zaken als de felheid waarmee op prikkels wordt gereageerd, het algemene energie‑ en activiteitsniveau en de mate van extraversie.