William James

(1842-1910) Amerikaanse filosoof en psycholoog, belangrijkste vertegenwoordiger van het pragmatisme. Hij wijst de metafysische bemoeienissen van de filosofie af en benadrukt de praktische kant ervan. Hij ziet de zin niet in van het zoeken naar 'de waarheid' als er nog zoveel praktische problemen zijn die om een oplossing vragen. Belangrijker dan de vraag of een hypothese waar is, is de vraag of die hypothese nuttig is, profijtelijke resultaten oplevert. Bij elk filosofisch probleem moeten we ons de volgende vraag stellen: 'Welk praktisch verschil zou het voor eenieder van ons maken als niet dit maar dat andere idee waar zou zijn.' Is zo'n verschil niet vast te stellen, dan is de praktische waarde van die ideeën dus identiek en kunnen we er dus net zo goed niet meer over discussiëren en onze tijd aan iets nuttigers besteden. James verzet zich ook tegen het streven van sommige filosofen om de werkelijkheid op basis van één beginsel te verklaren. Hij pleit voor een pluralistische visie op de wereld: de werkelijkheid is geen 'universum maar een multiversum'.
Niet te verwarren met zijn broer, de Amerikaanse schrijver Henry James.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke klier in het menselijk lichaam maakt insuline aan?


JUIST!NIET JUIST!

alvleesklier

Levenswetenschappen > biologie (o.a anatomie en fysiologie) en scheikunde

adaptatie

Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.