Descartes

René (1596-1650) Franse filosoof en wiskundige. Bracht een groot deel van zijn leven in Nederland door. Geldt als de vader van de moderne wijsbegeerte. Hij wilde de filosofie een heel nieuwe, onbetwijfelbare grondslag geven. Omdat we aan onze zintuiglijke kennis geen zekerheid kunnen ontlenen (de zintuigen bedriegen ons immers voortdurend) zoekt hij die zekerheid in de innerlijke ervaring. Via het gedachte-experiment van de methodische twijfel geraakt hij tot de ene onomstotelijke zekerheid van het cogito ergo sum. Deze heldere en duidelijke ('claire et distincte') idee vormt het uitgangspunt en de maatstaf voor het verdere denken: wat ik helder en duidelijk inzie moet waar zijn. Welke heldere en duidelijke ideeën tref ik nog meer in mijn rede aan? Allereerst het idee van God, het volmaakte wezen. Ik kan niet zelf de oorzaak van dit idee zijn, want hoe kan een onvolmaakt wezen iets volmaakts tot stand brengen? Dus moet God zelf de oorzaak van die idee zijn, dus moet God bestaan. Omdat God noodzakelijkerwijs waarachtig is en de oorzaak is van mijn bestaan en mijn ideeën, is alles wat ik helder en duidelijk inzie ook waar, God bedriegt immers niet. Descartes onderscheidt drie substanties: God (de eigenlijke substantie, die voor zijn bestaan niets anders nodig heeft), het denken (de ziel) en de uitgebreidheid (de materie). In de mens komen het denken (res cogitans) en de uitgebreidheid (res extensa) bijeen, als ziel en lichaam. Omdat beide substanties volkomen onafhankelijk van elkaar bestaan, was het voor Descartes een groot probleem hoe ze op elkaar inwerken, zoals ze bij de mens kennelijk doen. Hij vond daarvoor geen bevredigende oplossing; hij bleef in zijn dualistische visie gevangen. De verhouding tussen ziel en lichaam zou nog lang een even belangrijk als onoplosbaar probleem blijven in de filosofie. Het is niet de geringste verdienste van Descartes dat hij dit probleem op de filosofische kaart heeft gezet.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.