Blaise Pascal
(1623-1662) Franse theoloog, filosoof en wiskundige. Pleitte voor een verdieping van het geloof, voor een geloof van het hart ('het hart heeft zijn redenen waarvan het verstand niets weet'). God mag niet het object worden van filosofische haarkloverij: zijn God is de 'God van Abraham, Izaäk en Jakob, niet de god van de filosofen'. God is te groot dan dat hij door het denken kan worden benaderd; het oneindige kan niet door het eindige worden bevat.
Pascal verwierp dan ook alle traditionele godsbewijzen en stelde er een pragmatische redenering voor in de plaats, waarmee hij wilde aantonen dat het een rationele keuze is om in God te geloven: als God bestaat, heeft de gelovige het vooruitzicht op een oneindig leven van geluk; als God daarentegen niet blijkt te bestaan is er niets van waarde verloren. Met andere woorden, je kunt maar het beste geloven in het bestaan van God: je kunt er alleen maar mee winnen en niets verliezen. Wat zijn filosofische opvattingen betreft was Pascal een navolger van Descartes.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sociale cohesie
Mate waarin burgers in de maatschappij verbondenheid ervaren en zich medeverantwoordelijk voelen voor het algemeen welzijn. Staat tegenover \'ieder voor zich\'.