poëtica
Invloedrijk systeem van regels voor het geschreven drama (komedie en tragedie) van de Griekse denker Aristoteles (384‑322 v.Chr.). Hij schreef de poëtica tegen de autoriteit van zijn leermeester Plato, die tragedies wilde verbieden omdat ze onmannelijke en zwakke gevoelens opriepen. Kernbegrippen zijn onder andere catharsis en de 3 eenheden: van tijd, plaats en handeling. Dit laatste wil zeggen dat het drama zich binnen 24 uur dient af te spelen, op één enkele locatie en met een beperkt aantal personages dat de handeling draagt. Catharsis is de loutering die het publiek ervaart na vol angst te hebben meegeleefd met het lot van de held of heldin van een tragedie.
Welke Romeinse schrijver schreef over de Romeinse keizers uit de 1e eeuw na Christus?
hagiografie
(Grieks: hagios = heilig) Beschrijving van leven en werk van een heilige. Door de talloze legenden en wonderen die in de hagiografische literatuur zijn opgenomen, heeft het woord de bijbetekenis gekregen van: onkritische levensbeschrijving.
Zie ook hagiografie in het hoofdstuk Geschiedenis: Middeleeuwen.