poëtica

Invloedrijk systeem van regels voor het geschreven drama (komedie en tragedie) van de Griekse denker Aristoteles (384‑322 v.Chr.). Hij schreef de poëtica tegen de autoriteit van zijn leermeester Plato, die tragedies wilde verbieden omdat ze onmannelijke en zwakke gevoelens opriepen. Kernbegrippen zijn onder andere catharsis en de 3 eenheden: van tijd, plaats en handeling. Dit laatste wil zeggen dat het drama zich binnen 24 uur dient af te spelen, op één enkele locatie en met een beperkt aantal personages dat de handeling draagt. Catharsis is de loutering die het publiek ervaart na vol angst te hebben meegeleefd met het lot van de held of heldin van een tragedie.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.