taal

1. Datgene wat het menselijk taalvermogen aan uitingsvormen oplevert.
2. Elke variant daarvan die door een groep mensen onderling gebezigd wordt in het dagelijks verkeer, en voor anderen niet zonder meer verstaanbaar is, noemen we een taal of een dialect. Twee vormen van mensentaal behoren tot verschillende talen als ze niet direct aan elkaar verwant zijn en dus onderling niet verstaanbaar, of om politieke redenen. Een taal heet daarom wel een dialect met een vlag en een vloot.
3. Elk systeem van symbolen dat dient om informatie te bewerken, te bewaren en uit te wisselen, van de bijendans via de pictogramsystemen op stations en vliegvelden tot computertalen en de taal der liefde die met blikken, geuren, strelingen en gebaren werkt.
Zie ook Nederlands.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

Mythologie > Grieks-Romeins

Demeter

In de Griekse mythologie de godin van de vruchtbaarheid en de aarde, die de vruchten voortbrengt, in het bijzonder de granen. Uit haar verbintenis met Zeus (haar broer) kreeg zij een dochter, Persefone. Toen Persefone door Hades naar de onderwereld was ontvoerd, ging Demeter haar zoeken. Zij dwaalde over de aarde, die al die tijd geen graan voortbracht. De winter was over het land gekomen. Zeus zond uiteindelijk Hermes naar de onderwereld, met de opdracht Persefone naar haar moeder terug te brengen. Zij moest voortaan een derde deel van het jaar in de onderwereld doorbrengen en de overige tijd op aarde. Dit symboliseerde de wisseling van de seizoenen.