rederijkers

Beoefenaars van de 'const van rhetorike', de toenmalige benaming voor de dichtkunst, actief sinds de 15de eeuw. Ze waren georganiseerd in de rederijkerskamers, verenigingen die een belangrijke rol speelden in het door de overheid georganiseerde vermaak en de religieuze en ethische belering van de stedelijke bevolking. Elke stad had wel één of meer van deze clubs. Hun voordrachtskunst, met een voorkeur voor klankrijke bastaardwoorden en kunstige allegorieën, raakte tijdens de opkomende Renaissance in diskrediet. In de negentiende eeuw keerde het verschijnsel rederijkerskamer terug in de vorm van amateurtoneelgezelschappen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welk zeilschip werd vanaf de 17e eeuw gebruikt als vrachtschip voor de binnenwateren?


JUIST!NIET JUIST!

tjalk

oligarchie

(Grieks: oligos = weinig, archein = heersen) Dus regeren door enkelen. De term is afkomstig uit de Politeia van Plato en vormt een van zijn drie slechte regeringsvormen. Voorbeelden van oligarchieën waren de Griekse stadstaten Athene en Sparta gedurende bepaalde perioden van hun bestaan. Hetzelfde geldt voor de Hollandse steden tijdens de Republiek.
Zie ook
communisme en fascisme.