snaartheorie

Kan worden beschouwd als theoretische natuurkunde in zijn extreemste vorm. Ze is de belangrijkste kandidaat voor een kwantummechanische beschrijving van de zwaartekracht. Die is nodig omdat de huidige theorieën, in het bijzonder de relativiteitstheorie, onvolledig zijn. Snaartheorie werkt niet met elektronen of quarks, maar met een soort mini-elastiekjes die op allerlei wijzen kunnen trillen. Alle verschillende elementaire deeltjes om ons heen zouden dan ontstaan als de trillingen van een enkele snaar, zoals de boventonen van een vioolsnaar. Op deze wijze is het mogelijk ook de zwaartekracht volgens de wetten van de kwantummechanica te beschrijven. Met dat uitgangspunt kan snaartheorie bijvoorbeeld tegelijk extreem zware én erg kleine objecten beschrijven, zoals zwarte gaten en het heelal vlak na de oerknal. Tot nu toe heeft de snaartheorie echter niet geleid tot experimenteel toetsbare voorspellingen.
Zie ook elementaire deeltjes.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke klier in het menselijk lichaam maakt insuline aan?


JUIST!NIET JUIST!

alvleesklier

Levenswetenschappen > biologie (o.a anatomie en fysiologie) en scheikunde

adaptatie

Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.