Aeneas
(Grieks: Aineias) In de Griekse mythologie de zoon van de godin Afrodite en de sterveling Anchises, een broer van Priamos, de koning van Troje. Aeneas vocht mee in de Trojaanse oorlog. Hij werd de aanvoerder van de Trojanen, nadat Hektor en Paris waren gesneuveld. In de Ilias van Homerus speelt hij een bescheiden rol. In de Aeneis van Vergilius ontvluchtte hij na de val van Troje de brandende stad met zijn oude vader op zijn rug en met zijn zoontje aan de hand. Na tal van omzwervingen leed hij schipbreuk bij Carthago. Koningin Dido werd verliefd op hem. Toen hij op bevel van oppergod Zeus naar Italië vertrok, pleegde zij zelfmoord. Aeneas werd door de Romeinen als de stamvader van het Romeinse volk beschouwd. Romulus en Remus zouden zijn nakomelingen zijn. Julius Caesar en de eerste Romeinse keizer Augustus beweerden van Aeneas af te stammen. Daarmee meenden zij hun heerschappij een goddelijke status te verschaffen.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.