Jean Patou
(1880-1936) Vanaf zijn eerste collectie had Patou direct succes – vooral in Amerika waar hij als eerste ter promotie zijn sportief-elegante kleding op 'levende' mannequins showde. Maar ook de Parisiènne in de 'roaring twenties' met geld, humor, durf en sportiviteit kon niet om Patou heen.
Hij kleedde het liefst de vrouw die haar eigen auto bestuurde, golfde, tenniste en graag het casino en de paardenraces bezocht. Zijn outfit voor de tennister Suzanne Lenglen veroorzaakte op Wimbledon in 1921 een sensatie.
Voor al deze gelegenheden had Patou de juiste kleding en een passende geur, waaronder 'het duurste parfum ter wereld': Joy (1930).
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.