bloedsomloop
De bloedsomloop is het vaatstelsel in het lichaam waar bloed en lymfe doorheen stromen: het hart, de slagaders (arteriën), de haarvaten (capillairen) en de aders (venen). In het bloed worden voedingsstoffen, zuurstof, en andere vitale stoffen zoals hormonen maar ook afvalproducten van de stofwisseling vervoerd. Het hart pompt met ritmische samentrekkingen het bloed in de slagaders, die zich tot steeds kleinere vaten vertakken tot een netwerk van haarvaten, die via de cellen de voedingsstoffen en zuurstof opnemen en er de afbraakproducten en kooldioxide aan afgeven. Via een steeds breder wordend systeem van aders komt het bloed weer bij de rechter harthelft aan en wordt naar de longen gepompt voor opname van zuurstof en afgifte van kooldioxide. Daarna stroomt het bloed weer naar de linker harthelft voor een nieuwe tocht door het lichaam. Onderscheiden wordt de 'grote circulatie', vanuit de linker harthelft naar alle organen in het lichaam, en de 'kleine circulatie' van de rechter harthelft naar de longen en terug naar het hart.
Welke politieke stroming is gericht op het behoud van de bestaande orde?
retoriek
Oorspronkelijk bij de oude Grieken de leer der welsprekendheid. De tegenwoordige betekenis is minder gunstig: bombastisch en gezwollen taalgebruik. Een retorische vraag is een schijnvraag, omdat de vragensteller niet werkelijk een antwoord verwacht (bijvoorbeeld: \'wou je soms zeggen dat het allemaal wel meevalt?\').