Gustave Flaubert
(1821-1880) Franse romanschrijver tussen romantiek en realisme , wiens perfectionistische streven naar 'le mot juste' een documentaire prozastijl opleverde, die een voorbeeld was voor onder anderen Toergenjev, Henry James en Joyce. In Madame Bovary (1857), dat was gebaseerd op een krantenbericht, probeert de romantica Emma Bovary vergeefs door middel van overspel te ontsnappen aan haar saaie huwelijk en het Normandische kleinburgerdom. Flauberts streven naar realisme - bij de beschrijving van de zelfmoord van de hoofdpersoon proefde hij naar eigen zeggen het arsenicum in zijn mond - kwam hem op een (uiteindelijk gewonnen) proces wegens immoraliteit te staan. Daarna publiceerde Flaubert nog de historische roman Salammbô (1862, over Carthago voordat het verwoest werd door de Romeinen) en de ontwikkelingsroman L'éducation sentimentale (1869).
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.
