Byzantijnse Rijk

Het Byzantijnse Rijk was een Romeins keizerrijk met Constantinopel (= stad van Constantijn, later Byzantium en door de Turken Istanboel genoemd) als hoofdstad. De stad werd in 330 n. Chr. door Constantijn de Grote gesticht als de nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, waarvan het oostelijke, Griekssprekende deel op dat moment het meest welvarend en dichtsbevolkt was. In 395 deelde keizer Theodosius I het Romeinse Rijk op in een oostelijk deel, bestuurd vanuit Constantinopel (later Byzantijnse Rijk genoemd) en een westelijk deel, eerst bestuurd vanuit Rome, vanaf 402 vanuit Ravenna. Het Byzantijnse Rijk omvatte op zijn hoogtepunt delen van Europa, Klein-Azië, Palestina en Noord-Afrika. Tot in de elfde eeuw bleef het een grote mogendheid met Byzantium als grootste stad van Europa en het Midden-Oosten. Het rijk was tijdelijk in handen van westerse kruisvaarders (dertiende eeuw) en werd definitief veroverd door de Turken in de vijftiende eeuw. De heerschappij van de Byzantijnse keizer over kerk en staat was bijna absoluut.

Zie ook Byzantijnse kunst en kruistochten.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

Mythologie > Grieks-Romeins

Demeter

In de Griekse mythologie de godin van de vruchtbaarheid en de aarde, die de vruchten voortbrengt, in het bijzonder de granen. Uit haar verbintenis met Zeus (haar broer) kreeg zij een dochter, Persefone. Toen Persefone door Hades naar de onderwereld was ontvoerd, ging Demeter haar zoeken. Zij dwaalde over de aarde, die al die tijd geen graan voortbracht. De winter was over het land gekomen. Zeus zond uiteindelijk Hermes naar de onderwereld, met de opdracht Persefone naar haar moeder terug te brengen. Zij moest voortaan een derde deel van het jaar in de onderwereld doorbrengen en de overige tijd op aarde. Dit symboliseerde de wisseling van de seizoenen.