gedoogbeleid

Gedoogbeleid werd na de anti-autoritaire revolutie als term alom gebruikelijk als vervanging van het aloude 'oogje dichtknijpen'. Bekendste voorbeeld waren de honderden coffeeshops waar softdrugs als hasj en marihuana verkocht mochten worden. Verkoop en gebruik waren niet strafbaar, maar inkoop van de drugs door de coffeeshops, de handel en de verbouw wél. Ook handel in XTC was verboden, maar het gebruik werd toegestaan en zelfs ondersteund met 'pillentests' in discotheken.
Het gedoogbeleid ten aanzien van vergunningen leidde vanaf 2001 tot een reactie, gevoed door rampen in Enschede (ontploffing vuurwerkfabriek, 22 doden) en Volendam (cafébrand, 14 doden) waar gemeentebesturen nalatig waren geweest in vergunningen- en controlebeleid.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

In welk muziekgenre was het platenlabel Motown gespecialiseerd?


JUIST!NIET JUIST!

soul

terrorisme

Het zonder wettelijke grond plegen van grootschalig geweld of creëren van dreiging met vaak immense gevolgen. Deze daden worden veelal gepleegd met een politiek, religieus of extremistisch doel voor ogen en worden na afloop regelmatig opgeëist door een groepering.

Zie ook terrorisme in het hoofdstuk Internationale politiek.