Johanna Westerman

Johanna Westerman (1866-1943) was onderwijzeres, politica en feministe. Van 1903 tot 1918 was zij schoolhoofd van een openbare meisjeschool in Amsterdam. In 1918 nam zij met een collega in Den Haag een particuliere school over voor meisjes van zes tot zeventien jaar. Daar kon zij als directrice haar ideaal realiseren dat de school niet alleen theoretische vakken moest onderwijzen, maar ook praktische en vooral ook gemeenschapszin moest bijbrengen. Inmiddels was Johanna Westerman via haar lidmaatschap van de Nederlandse Bond voor Vrouwenkiesrecht in de politiek terechtgekomen. In 1921 nam zij ontslag bij haar school (bleef wel in het bestuur) en werd namens de Liberale Staatspartij na Suze Groeneweg (SDAP) het tweede vrouwelijke lid van de Tweede Kamer, waar zij om haar deskundigheid op het terrein van het onderwijs zeer werd gerespecteerd. Zij kwam op voor vrouwenrechten en droeg er met haar verdediging van een amendement van haar partij bij de herziening van de Gemeentewet toe bij dat het ambt van gemeentesecretaris of burgemeester voor vrouwen toegankelijk werd.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.