Amsterdam in de negentiende eeuw
Amsterdam is sinds 1813 hoofdstad van Nederland. Door het continentaal stelsel was de stadseconomie vrijwel tot stilstand gekomen. Met de industriële revolutie (vanaf circa 1850) begon een nieuwe periode van expansie: opening Noordzeekanaal (1876), nieuwe grootschalige bedrijvigheid in fabrieken en groeiende financiële dienstverlening via banken. Er was ook een bevolkingsexplosie die opgevangen werd in nieuwe wijken, waarmee voor het eerst buiten de zeventiende eeuwse stadsgrenzen werd gebouwd.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.