Industriële Revolutie
De Industriële Revolutie speelde zich ongeveer af tussen 1750 en 1850. Niet zozeer een directe omwenteling, als wel een snelle ontwikkeling in West-Europa op technisch en economisch gebied met grote sociale gevolgen. Kenmerkend is dat de goederenproductie zich van de huisnijverheid ging verplaatsen naar fabrieken. Daar kon met behulp van machines op massale schaal worden geproduceerd.
De Industriële Revolutie is in Engeland begonnen, gestimuleerd door een overschot aan kapitaal en goedkope arbeidskrachten uit de landbouw, in combinatie met technische uitvindingen als de stoommachine, het mechanisch weefgetouw en nieuwe gietprocédés in de metaalnijverheid. Het veroorzaakte de groei van grote industriesteden (urbanisatie) en het ontstaan van een klasse van fabrieksarbeiders (proletariaat) die vaak op de rand van het bestaansminimum leefden.
In Nederland kreeg de Industriële Revolutie pas in de tweede helft van de negentiende eeuw betekenis.
Welke schrijver uit de Griekse oudheid schreef fabels zoals De haas en de schildpad?
sociale cohesie
Mate waarin burgers in de maatschappij verbondenheid ervaren en zich medeverantwoordelijk voelen voor het algemeen welzijn. Staat tegenover \'ieder voor zich\'.