Noorwegen: staafkerk
Houten kerk op palen (staven) met een typische bouwstijl, daterend uit de begintijd van het christendom. Bij de paal-en-balk constructie werden geen nagels of lijm gebruikt, zodat het hout kon krimpen en uitzetten zonder dat de kerk gevaar liep. Staafkerken kwamen in heel Noord-Europa voor, die in Noorwegen zijn het best bewaard gebleven en dateren uit de twaalfde tot veertiende eeuw. Bijzonder is het decoratieve houtsnijwerk, volgens tradities uit de Vikingtijd. Sommige daken hebben ook dezelfde structuur als de Vikingschepen. Van de 29 Noorse staafkerken staan er zeven op de Werelderfgoedlijst, de meest bekende is de staafkerk van Urnes.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.