België: begijnhoven
Een begijnhof is een apart gedeelte binnen een stad of dorp, meestal gebouwd bij een Rooms-katholieke kerk en soms door een eigen muur omgeven. Vanaf de dertiende eeuw ontstonden begijnhoven als woongemeenschappen voor begijnen, alleenstaande vrouwen die een vroom en kuis leven wilden leiden maar zich niet helemaal uit de samenleving wilden afzonderen. Anders dan kloosterzusters konden zij ook weer uit de gemeenschap treden, bijvoorbeeld om te trouwen. Begijnhoven zijn tegenwoordig gewone wooncentra, zoals voor bejaarden. De architectuur en het stratenplan weerspiegelen nog de tijd waarin ze zijn ontstaan. Soms lijkt het op een stad binnen een stad, soms is het meer een hofje, gebouwd rond een plein. In Nederland is het Begijnhof aan het Spui in Amsterdam het bekendst. Dertien goed bewaard gebleven begijnhoven in Vlaanderen zijn opgenomen in de Unesco Werelderfgoedlijst.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.