Epicurus
(341-270 v.Chr.) Griekse filosoof, stichter van een filosofische school in Athene. Zijn natuurfilosofische leer sluit aan bij die van Democritus, die leert dat de natuur bestaat uit atomen en lege ruimte. De atomen vormen in een continu proces alle stoffelijke en geestelijke dingen (de ziel is een conglomeraat van atomen). Epicurus ontwikkelde zijn natuurleer als een medicijn tegen bijgeloof en tegen de angst voor de dood.
Bekend gebleven is Epicurus vooral om zijn ethiek. Het doel van het menselijk streven is de gelukzaligheid en het wezen van gelukzaligheid is het genot. Dat is echter niet alleen het zinnelijke genot, maar vooral intellectueel genot en dat bestaat voornamelijk uit zielenrust (ataraxie), die voortkomt uit inzicht in het ware wezen van de wereld.
Epicurus ontkende niet het bestaan van goden, maar dichtte hun geen invloed toe op het reilen en zeilen van de wereld en op het lot van de mensen.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
adaptatie
Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.