empirisme
Ook wel ervaringsleer genoemd. Opvatting binnen de kennistheorie volgens welke alle kennis uiteindelijk uit de zintuiglijke ervaring (empirie) stamt en omgekeerd, dat alle wetenschappelijke uitspraken aan de ervaring moeten worden getoetst. De grondlegger van het empirisme is John Locke. Het positivisme kan worden beschouwd als de voortzetting van het empirisme met andere middelen. De tegenovergestelde positie heet rationalisme.
Welke politieke stroming is gericht op het behoud van de bestaande orde?
retoriek
Oorspronkelijk bij de oude Grieken de leer der welsprekendheid. De tegenwoordige betekenis is minder gunstig: bombastisch en gezwollen taalgebruik. Een retorische vraag is een schijnvraag, omdat de vragensteller niet werkelijk een antwoord verwacht (bijvoorbeeld: \'wou je soms zeggen dat het allemaal wel meevalt?\').