speltheorie

Wiskundige theorie, ontworpen door J. von Neumann en O. Morgenstern (Theory of Games and Economic Behavior, 1953), en bedoeld voor het bestuderen van strategische situaties. Strategische situaties doen zich voor wanneer de ene partij in haar beslissingen rekening houdt met de beslissingen van de andere partij. Dit is niet alleen kenmerkend voor spelsituaties (zoals het schaakspel), maar ook relevant bij een oligopolie. In strategische situaties is er ruimte voor conflict en/of samenwerking (coöperatie). Conflict doet zich voor wanneer de winst van de ene partij per definitie het verlies van de andere partij inhoudt (dit wordt ook wel 'zero sum game' genoemd). John Nash (1928) ontving in 1994 de Nobelprijs voor de economie voor zijn bijdragen aan het oplossen (= het bepalen van het evenwicht, Nash‑evenwicht genoemd) van speltheoretische modellen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?


JUIST!NIET JUIST!

Imme Dros

Thor

(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.