speltheorie

Wiskundige theorie, ontworpen door J. von Neumann en O. Morgenstern (Theory of Games and Economic Behavior, 1953), en bedoeld voor het bestuderen van strategische situaties. Strategische situaties doen zich voor wanneer de ene partij in haar beslissingen rekening houdt met de beslissingen van de andere partij. Dit is niet alleen kenmerkend voor spelsituaties (zoals het schaakspel), maar ook relevant bij een oligopolie. In strategische situaties is er ruimte voor conflict en/of samenwerking (coöperatie). Conflict doet zich voor wanneer de winst van de ene partij per definitie het verlies van de andere partij inhoudt (dit wordt ook wel 'zero sum game' genoemd). John Nash (1928) ontving in 1994 de Nobelprijs voor de economie voor zijn bijdragen aan het oplossen (= het bepalen van het evenwicht, Nash‑evenwicht genoemd) van speltheoretische modellen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.