armoedeval

Ook: armoedeklem. Verschijnsel dat mensen met een minimumuitkering (= armoede) er bij het aanvaarden van werk financieel niet op vooruitgaan (= in de val zitten) doordat van een bruto inkomensverhoging netto weinig overblijft door hogere belastingen, het wegvallen van subsidies en hogere eigen bijdragen. Reïntegratie van uitkeringstrekkers wordt ook belemmerd omdat er verwervingskosten verbonden zijn aan een baan en niet aan een uitkering (dit wordt de werkloosheidsval genoemd). Er is daarenboven sprake van een productiviteitsval wanneer hun productiviteit lager is dan het minimumloon.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welk zeilschip werd vanaf de 17e eeuw gebruikt als vrachtschip voor de binnenwateren?


JUIST!NIET JUIST!

tjalk

oligarchie

(Grieks: oligos = weinig, archein = heersen) Dus regeren door enkelen. De term is afkomstig uit de Politeia van Plato en vormt een van zijn drie slechte regeringsvormen. Voorbeelden van oligarchieën waren de Griekse stadstaten Athene en Sparta gedurende bepaalde perioden van hun bestaan. Hetzelfde geldt voor de Hollandse steden tijdens de Republiek.
Zie ook
communisme en fascisme.