Jakob en Esau

Tweelingzonen van Isaäk. Jakob verwierf het eerstgeboorterecht van Esau in ruil voor een schotel linzenmoes (Genesis 25) en door bedrog van zijn blinde vader (Genesis 27). In deze leugenachtige 'eerstgeborene' portretteert Israël zichzelf ('de eerstgeborene onder de volkeren' - zie ook uitverkiezing). Toch laat God Jakob niet los (hij ziet in Bethel de hemel open - Genesis 28) en na vele omzwervingen en innerlijke strijd (het nachtelijk gevecht met de engel aan de rivier de Jabbok - Genesis 32) keert de held naar huis terug en verzoent zich met zijn broeder. Esau, 'de ruwbehaarde' jager, woonde in Seïr ('harig'), ook wel Edom genoemd. Hij werd stamvader van de Edomieten en vertegenwoordigt in deze verhalen de (heidense) volkeren.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welk zeilschip werd vanaf de 17e eeuw gebruikt als vrachtschip voor de binnenwateren?


JUIST!NIET JUIST!

tjalk

oligarchie

(Grieks: oligos = weinig, archein = heersen) Dus regeren door enkelen. De term is afkomstig uit de Politeia van Plato en vormt een van zijn drie slechte regeringsvormen. Voorbeelden van oligarchieën waren de Griekse stadstaten Athene en Sparta gedurende bepaalde perioden van hun bestaan. Hetzelfde geldt voor de Hollandse steden tijdens de Republiek.
Zie ook
communisme en fascisme.